Agenda
11 Jarig Jubileum Feest zaterdag 22 juni 2024 vanaf 20:30
Groene Engel
Meer agendapunten >
Terug maandag, 12 okt 2015

Zesde tonrede door de president van SCVO, Robert-Jan, dinsdag 6 oktober 2015, Vivaldi, Onsz Restaurant

“Hoogheid, Adjudant, Ere President, leden van de Hofraad, leden van het College der Ossekoppen, oftewel, Ossekoppen en Ossenekskes, alaaf!
Voor de zesde maal mag ik, in aanwezigheid van U, Hoogheid, het illustere college van Ossekoppen toespreken over de stand van zaken in ons aller Ossekoppenrijk. En waar onze landelijke Majesteit Willem dun Vierde vooral ingaat op het gortdroge beleid van komend jaar, neem ik graag met jullie het afgelopen carnavalsjaar door dat op dun Urste Deinsdag van 2014 begon.   

Gisteren, vier keer elf plus zeven jaar geleden, werd de Stichting Carnavals Viering Oss opgericht. Dat daarmee het vieren van openbaar carnaval begon is natuurlijk niet waar: als je onze Urste Prefesser Piet mag geloven gingen de eerste twee bewoners van wat nu Oss heet al achter elkaar staan en vormden ze zo de eerste polonaise en was het vieren van carnaval een feit. Maar sinds 5 oktober 1964 wordt er in ieder geval organisatorisch alles aan gedaan om het voor de Ossekoppen, hun clubs en kapellen mogelijk te maken om de wereld even vier dagen op zijn kop te zetten in hun woonplaats die dan voor even Ossekoppenrijk heet.  

Hoogheid, wie had ooit kunnen vermoeden dat een lid van de Raad van Elf, waarvan we ooit als Bestuur op tumultueuze wijze afscheid hadden genomen met zoveel bombarie terug zou keren in de gedaante van de 51e Stadsprins! Er is denk ik geen mooiere wijze om dat verleden achter ons te laten dan deze prachtige erkenning van de Geheimraad en daarmee alle Ossekoppen en Ossenekskes voor U en Uw werk als voorzitter van Carnavalsvereniging 't Kennet. Uiteraard had ik als oud Stadsgrootvorst soms wel een deja-vue, onder andere toen u doodleuk met twee Adjudanten de Halfvastenoptocht aflegde op een wagen getooid met rood blauwe clubvlaggen. Het is u vergeven, maar het is voor mij toch een geruststellende gedachte dat een Stadsprins, ook U, maar een jaar in functie blijft.   

Dat we dit jaar twee Adjudanten hebben gekend, is, zover ik weet, een unicum in de historie van het Ossekoppenrijk. Tijdens Carnaval bleek maar weer eens dat het echte leven soms keihard doorgaat en moesten we - heel begrijpelijk – het verder zien te redden zonder Adjudant Jacco. Het maakte twee mooie dingen los. Ten eerste de manier waarop Adjudant Frans de draad weer oppikte en zijn Hoogheid ondersteunde, al was deze een kop groter met zwarte in plaats van gekrulde grijze haren. Ook het verschil aan zangkwaliteit tussen U en Edward dun Urste bracht Adjudant Frans niet van zijn stuk.   
Wat mij vooral bij zal blijven zijn de meer dan duizend, laten we zeggen 1.111 duimen die omhoog gingen richting Rotterdam tijdens de afsluiting op het Ossekoppenplein. Wij Ossekoppen en Ossenekskes vergaten niet in welke situatie Adjudant Jacco en zijn Esther zaten, ook al waren we zelf druk bezig met het vieren van het mooiste en het langste feest van het jaar. Ook bleek maar weer hoe betrekkelijk de roem van een Adjudant is toen iemand mij vertelde dat hij de Adjudant er een stuk jonger vond uitzien, toen hij zijn snor nog niet had laten staan...  

Of het nu mooi weer is of niet, we gaan er in het Ossekoppenrijk vier dagen tegenaan. Regen, wind, vorst en sneeuw, niets houdt ons tegen. Ook toen het een aantal jaren geleden vroor dat het kraakte hoorde je ons niet zeuren over een dagje langer carnaval, daar kunnen onze kermismannen nog iets van leren. Nu hadden we afgelopen seizoen niets te klagen over het weer, we konden uitgebreid genieten van een stralende zon. Onze kroonjuwelen, de optochten, op zaterdag voor en door de jeugd en zondag voor ons allemaal, werden bekeken door grote drommen mensen, een prachtige beloning voor deelnemers, kapellen en wagenbouwers. 
 
Goed vier weken later waren we weer in staat om, met de hulp van vrijwilligers van vooral Kennet en Hekkesluiters, de Halfvastenoptocht door Oss te laten trekken zodat we carnaval nog eens dunnetjes konden overdoen en ook de wintersporters konden laten zien dat ze het nodige gemist hadden. Daarbij was het mooi om te zien dat inmiddels toeschouwers van heinde en verre naar Oss komen om de prachtige praalwagens uit deze regio te aanschouwen. Hopelijk kunnen we de Halfvastenoptocht met de steun van onze gemeente behouden voor Oss en het Ossekoppenrijk.  
Wanneer je de route van de optochten volgt, krijg je een prachtig beeld van de staat waarin onze stad verkeert. Zo is de eerste horeca die de deelnemers op de Oostwal tegenkomen een van de vele sushi- en wokpaleizen die onze stad inmiddels rijk is. Maar goed, je kunt maar beter bekeken worden door mensen die zitten te genieten van een lekker bordje nasi en een sateetje, dan dat je op de Euterpelaan wordt nagekeken door de zwetende en hijgende vrouwen en mannen die daar achter de ramen op allerlei toestellen staan te pezen. Wat betreft hijgende mannen, massagesalon Carpe Diem komt dadelijk ook nog aan bod. Maar het is wel opvallend: werd vroeger nog gezegd dat Oss een sportieve stad was, vanwege het feit dat veel inwoners in trainingspak door het centrum liepen, nu is dat eerder omdat je struikelt over de fitnesspaleizen. Kennelijk moeten de bij elkaar gewokte calorieën weer snel weg worden weggewerkt.   

Ga je verder over de route van de optocht, dan passeer je twee prachtige kroegen uit het brede aanbod dat Oss rijk is, Kaatje en Ons Café, rock en Nederlandse smartlap op een steenworp afstand van elkaar, om vervolgens langs het Prinselijk Paleis van Jelle en Mirjam te rijden en een parkeergarage die altijd plek heeft, omdat de Ossenaar nu eenmaal liever buiten dan binnen parkeert. 
Dan volgt een rustig stuk, waar aan de linkerkant al bijna 20 jaar een lelijke fabrieksmuur staat te wachten op een nieuwe bestemming. Leuk om daar eens per jaar een zandbak neer te leggen met zelfs een zandhotel, maar het wordt tijd om daar nu eindelijk iets definitiefs neer te zetten, bijvoorbeeld een evenementenhal. Wij weten nog wel wat carnavalsevenementen die we daar kunnen organiseren. Bij de kruising met de Molenstraat aangekomen zien we ons Museum Jan Cunen, dat nu eindelijk op eigen benen is komen te staan. Hopelijk lukt het nu wel om de Ossenaren naar binnen te krijgen, bijvoorbeeld door onze Prefessers eens te vragen om een expositie in te richten over bijvoorbeeld ‘Carnaval in de IJzertijd’ door Prefesser Piet, “De kampioenschappen van Feyenoord’ door Prefesser John , ‘Citroenjenever door de jaren heen’ door Prefesser Albert of ‘De Metworstrennen in Boxmeer en andere onbelangrijke dingen’ door Prefesser Tjeu. Genoeg exposities om een jaar te vullen lijkt me.  

Het Gemeentehuis is het volgende punt op de route. Het is onze Hoogheid niet gelukt om via Beter Oss een gemeenteraadszetel te veroveren, wat ook gold voor Ivo van Ravensteijn en ons aller Aleida. Hoogheid, u past wat ons betreft ook beter in het pluche van uw drakenpak dan op het pluche van een raadszetel en wat had uw club zonder U moeten doen. Mijn illustere voorganger Joop, oud Stadsprins Hans dun Twidde en oud lid van de Raad van Elf Tom de Mus zijn nu de enige overgebleven carnavaleske lichtpuntjes in de Gemeenteraad, waar verder maar weinig lolbroeken te vinden zijn, behalve dan misschien de dubbelganger van Koos Koets die fractievoorzitter van Groen Links is geworden. 
 
In het gemeentehuis huist ook ons vernieuwde college van Burgemeester en Wethouders. Naast onze prima burgemeester Wobine hebben we Oud-Dorpsprins Frank dun Urste van het Knollenrijk die Kiepenrijer Jan van Loon als wethouder opvolgde, evenals onze Boerenbruidegom Gradus. Die laatste kan te zijner tijd prima onze nieuwe voorzitter Optochten Bas Broeksteeg opvolgen. Hij bleek immers een meester in het grondig afsluiten van doorgaande wegen. Dit heb ik als inwoner van Keiendonk Megen aan den lijve mogen ervaren en met mij vele andere inwoners van de noordkant van onze gemeente, toen de hele Dorpenweg op  onnavolgbare wijze werd verbouwd. De bewoners van Haren waanden zich zelfs even inwoner van een ware metropool toen bordjes met 'Haren Noord', 'Haren Zuid' en 'Haren Centrum' op de Megensebaan verschenen compleet met een eigen grenswachter die bij de rotonde het vrachtverkeer stond tegen te houden.  

Wethouder van verenigingszaken werd Kees van Geffen uit - inderdaad - Herpen alwaar hij actief is geweest in het lokale carnaval. Niets ten nadele van Hendrik Hoekzema, maar dat praat toch makkelijker dan met iemand die afkomstig is uit een provincie waar ze aardbevingen nodig hebben om de boel een beetje in beweging te krijgen. Ander carnavalesk lichtpunt in het college is de kandidaat Vijfde Prefesser van deze avond, René Peters, de enige die van Wobine kennelijk wel mocht blijven.    
Deze René wordt een mooie carrière voorspeld binnen zijn partij het CDA: hij is zeg maar de Mona Keizer van onder de rivieren. Zijn vrind Sybrand van Haersma Buma kwam persoonlijk kijken naar het wonder van Oss. Nee, niet de SP, maar het herboren CDA onder aanvoering van onze René. Ondanks het feit dat hij zich kleedt als de gemiddelde ambtenaar, steekt hij er met kop en brede schouders bovenuit. Hij is niet te  bang om boze groep huishoudelijke hulpen van Pantein te woord te staan die als decor optraden voor de geldingsdrang van een ander lokaal politiek talent met landelijke potentie, Lilian 'de dochter van'. Ik ben zeer benieuwd naar de Orasie van René die we hierna mogen beluisteren.  
Het CDA mocht door de verkiezingszege nog een wethouder leveren en besloot dat op onopvallende wijze te doen in de persoon van Joran van der Sloot, herstel Johan van der Schoot. Niet dat deze Johan niets in zijn mars heeft, integendeel: hij verloste ons eerder van de problemen rond de Groene Engel en maakte een begin met de reorganisatie van Muzelinck. Maar hij doet zijn werk zonder op te vallen, logisch voor een jurist die werkzaam was in de verzekeringswereld. In de regel zijn verzekeraars en juristen niet mensen die echt uit de band springen. Wat dat betreft zijn we met Benny van Zandvoort en Peter Taylor Parkins behoorlijk op het verkeerde been gezet.  

We gaan verder met onze optocht langs de vele lege kantoorpanden aan de Raadhuislaan en komen bij het nu nog leegstaande kantoor van de Belastingdienst. Dankzij ons college hebben we er dadelijk op 7 februari 2016 maar liefst 300 toeschouwers van onze optocht bij! Nu was de Raadhuislaan, door het altijd vrolijke Brabants Dagblad meteen omgedoopt tot Allochtonenallee,  door ons Jeugdprinselijk Paleis City Hotel al gewend aan het opvangen van vreemdelingen. Ook mag onze Oud Stadsprins Tom dun Urste na heel lang vergunningengedoe eindelijk 40 Poolse arbeidsmigranten huisvesten. Overigens hebben deze vluchtelingen weinig te klagen, alleen al vanwege het ruime vertier in de buurt, met een bioscoop, een theater, een bibliotheek, een poppodium, een museum en een prachtig café genaamd Bellevue.   
Helaas moeten ze voor ander vertier wat verder lopen. Verderop langs de route van onze optocht is de eerder genoemde massagesalon Carpe Diem vertrokken naar de Spoorlaan. Toen ik het verhaal van deze erotische massagesalon las, was me meteen duidelijk waarom de Blue Band zo verontwaardigd was toen ze hun vaste speelplek tijdens de optocht op de hoek bij Van der Krabben tegenover Carpe Diem kwijt raakte. Na vier uur spelen een happy ending met toeters en bellen zullen we maar zeggen.  

We gaan verder met onze tocht langs de Prinselijke Pleisterplaats van de familie Bakker als vast rustpunt voor onze Hoogheden, steken door langs Café Toffee en rijden vervolgens tegen het pand van het Brabants Dagblad op. Wanneer je dat pand bekijkt snap je meteen dat ze daar van binnenuit soms een beetje zurig tegen de buitenwereld aankijken. We gaan verder langs onze Titus die we nu eindelijk ereburger hebben gemaakt en trots voor zijn Lyceum staat, onwetend van het feit dat achter zijn rug deelnemers van de optocht datzelfde Lyceum soms misbruiken voor een sanitaire stop. Nu kan ik dat hier wel veroordelen maar wie zonder zonde is....  
Moet ik het nog over de V&D hebben? Daar geldt immers hetzelfde voor als voor de Shitdaken, sorry Sheddaken van Bergoss, en ik denk dat ook de aanhangers van andere voetbalclubs het met mij eens zijn: geen woorden maar daden! Wanneer dadelijk de V&D definitief het loodje heeft gelegd volgt hopelijk een oplossing in de vorm van een sloophamer. Alleen vraag ik me wel af waar we nog over moeten zeuren als die lelijke puist is verdwenen uit ons centrum....   

Het eind van de optocht vormt ook het mooie 'happy ending' van dit beeld van Oss: een hossende menigte op de Eikenboomgaard voor onze Residentie met in de buurt prachtige kroegen en een vol Ossekoppenplein. Ons Ossekoppenrijk is allemachtig prachtig in een stad die ik persoonlijk de mooiste rotstad van Noord Brabant ben gaan noemen en waarvan ik weet dat we er allemaal, zoals we hier zitten, stiekem heel trots op zijn, en terecht.   
Hoogheid, vanavond kunnen we voor het laatst van uw aanwezigheid genieten in deze hoedanigheid. Op 16 november neemt u een heel andere gestalte aan en hebben we een nieuwe Hoogheid. Dan gaan voor de vier kerrus elluf en achtste keer beginnen aan een Allemachtig Prachtig carnaval in het Ossekoppenrijk. Maar dat doe ik niet voordat ik u namens alle Ossekoppen en Ossenekskes heb bedankt voor het prachtige seizoen dat we onder uw aanvoering en de hulp van uw Adjudanten en Gevolg mochten hebben. Wurrum het allemaal zo mooi was weten we: Durrum! Laat dat ons geheim van het Ossekoppenrijk zijn.  

Ossekoppen en Ossenekskes, net als jullie allemaal heb ik ontzettend veel zin in het komende Carnaval, en met ons de 52e Stadsprins en zijn (of haar) Adjudant. Het is allemachtig prachtig dat we dat met zoveel mensen zoals jullie mogen doen, het is allemachtig prachtig om dat voor het Ossekoppenrijk te mogen doen en dan kan het niet anders dat we over een jaar terug mogen kijken op alweer een allemachtig prachtig seizoen Openbaar Carnaval in het Ossekoppenrijk.   
Leve onze Stadsprins, leve het Ossekoppenrijk!  
Alaaf!”